Tip 1: Praat met je kind

Vraag je kind wat het online doet en meemaakt. Wat maakt dat je kind zo graag dat ene spelletje speelt of een bepaalde site bezoekt? Waarom stuurt het graag selfies naar vrienden? Wees nieuwsgierig en luister zonder te oordelen.

Tip 2: Maak afspraken

Maak niet alleen afspraken over het gebruik van internet en schermen. Spreek ook af wat je kind kan doen als het online iets vervelends meemaakt. Laat weten dat je kind altijd bij jou terecht kan.

Tip 3: Maak een vergelijking met de fysieke wereld

Vraag je aan je kind: 'Zou je zomaar je adres geven aan een vreemde op straat? Waarom zou je dat dan wel online doen?' Spreek ook meteen af dat je kind geen persoonlijke gegevens aan een onbekende mag geven.

Tip 4: Gebruik samen media

Ga samen met je kind een online spelletje doen of kijk samen naar de filmpjes die je kind wil zien. Zo ontdek je wat je kind graag online doet en kijkt. Je kunt uitleg geven en meteen reageren als er iets vervelends gebeurt.

Tip 5: Volg de leeftijdsadviezen

Probeer te voorkomen dat je kind in aanraking komt met filmpjes of spellen waar het nog te jong voor is. Als je twijfelt, bekijk het dan eerst zelf voordat je kind er iets mee doet. Maak gebruik van de Kijkwijzer voor televisie en films en de leeftijdsadviezen van PEGI voor spelletjes. Je kunt ook een internetfilter instellen.

Lees meer over online weerbaarheid in de brochure op de website van het Nederlands Jeugdinstituut.

Bron: Publicatie online weerbaarheid van Rutgers en het Nederlands Jeugdinstituut.